U bent op de KWS-website voor België. Er bestaat een alternatieve webpagina in uw land voor deze pagina: Wilt u nu veranderen?
Verander nu

Resistentieveredeling bij suikerbieten moet altijd een troef achter de hand hebben

14 december 2017, Leestijd: 4 minuten

De kleine Franse stad Pithiviers ten zuiden van Parijs is berucht bij kwekers van suikerbieten. In deze streek zijn er veel en zeer agressieve varianten van het virus dat bij suikerbieten de gevreesde ziekte rhizomanie veroorzaakt. Tegelijkertijd is het gebied een geschikte plaats om nieuwe resistenties tegen ziekteverwekkers uit te testen. Daarom heeft KWS in de buurt ook meerdere proefvelden gepacht. Maar voordat nieuwe planten zich op dit moeilijke terrein kunnen bewijzen, hebben de resistentieveredelaars rond Werner Beyer nog veel te doen.

Rhizomanie-test in de broeikas: Britta Ahlswede en Werner Beyer testen veredelingslijnen in grond die met rhizomanie besmet is.

Rhizomanie-test in de broeikas: Britta Ahlswede en Werner Beyer testen veredelingslijnen in grond die met rhizomanie besmet is.

Een paradijs voor schadelijke organismen

De reden: Suikerbieten zijn een waar paradijs voor schadelijke organismen: in alle ontwikkelingsfasen, van het zaaien tot aan de oogst, bieden de suikerrijke wortels voeding te over voor schimmels, virussen, aaltjes en insecten. De resistentieveredelaars hebben daarom hun handen vol om de zaden en de zich daaruit ontwikkelende planten tegen besmetting te beschermen. Uiteindelijk is het één van de hoofddoelen van KWS landbouwers de beste zaden met hoge opbrengsten te leveren. De planten moeten gedurende de hele groeiperiode - meestal 180 tot 220 dagen - gezond en resistent blijven. "Plantbescherming, bijvoorbeeld in de vorm van chemische bestrijdingsmiddelen die middels een gepilleerde laag zijn aangebracht, en de natuurlijke resistentie van de planten vullen elkaar op een ideale wijze aan", legt Beyer uit.

Sterk tegen ziekteverwekkers

De belangrijkste taak van de resistentieveredeling is de toekomstige KWS-variëteiten voor de respectieve teeltgebieden de belangrijkste resistentiegenen mee te geven. De variëteiten moeten in staat zijn zichzelf tegen ziekteverwekkers of plagen te beschermen. Dan hoeven er ook minder bestrijdingsmiddelen te worden ingezet. Resistentieveredeling is met name belangrijk voor die ziekte waartegen geen chemische of biologische beschermingsmaatregelen mogelijk zijn.

Een dergelijke ziekte - zelfs de voornaamste ziekte van suikerbieten wereldwijd - is het virulente rhizomanievirus in suikerbieten. Het rhizomanievirus (BNYVV) kan al in jonge kiemplantjes binnendringen. Het doel van het virus is niet om de biet te doden. De ziekteverwekker wil zich als een parasiet in de plant vermeerderen. Dankzij de resistentieveredeling was het mogelijk om suikerbieten bij sterke besmetting te telen, bijvoorbeeld in Italië of Zuid-Duitsland maar ook in Californië en vele andere streken. Tegenwoordig zijn rhizomanieresistente rassen op een groot deel van het wereldwijde areaal nodig.

De evolutie van virussen verloopt snel

De meeste suikerbietenvariëteiten bezitten tegenwoordig resistentiegenen die de planten tegen een virusaanval beschermen en die slechts een geringe vermeerdering van het virus toelaten. Resistentie tegen rhizomanie behoort haast tot de basiseigenschappen van suikerbietenvariëteiten van KWS. Maar de evolutie van virussen schrijdt snel voort. Ze kunnen hun eigenschappen door mutaties veranderen en vervolgens de voorheen resistente suikerbieten opnieuw aanvallen. Dan is er sprake van het overwinnen van de resistentie ofwel resistentiedoorbraak. Er zijn inderdaad sinds enkele jaren virusstammen bekend die de Rz1 (Holly)-resistentie van suikerbieten overwinnen en zich in vermeend resistente planten kunnen vermeerderen. "Met name velden in Nederland zijn hierdoor getroffen", vertelt Beyer.

Het veredelingsdoel: sneller te zijn dan de ziekteverwekker

De resistentieveredelaars bij KWS hadden al een alternatief paraat toen de resistentie van het Rz1-gen de eerste keer werd overwonnen: sinds 2000 werd een andere resistentie van de wilde biet Beta maritima geleidelijk in de genpoel van KWS ingekruist. Deze wordt op sommige markten in combinatie met Rz1 onder de naam "RZ2.0" verkocht en biedt een bijzonder goede bescherming bij een sterke besmetting met rhizomanie.

"Het is belangrijk dat veredelaars niet pas een alternatief uit de hoed toveren wanneer een resistentie al doorbroken is, maar op zo'n situatie al zo vroeg mogelijk zijn voorbereid. Het kan ten slotte tien jaar of langer duren voordat een nieuwe resistentiebron in verhandelbare variëteiten worden ingekruist", zegt Beyer. Daarom zoeken veredelaars naar alternatieve resistentiebronnen om de bestaande afweerbronnen te beschermen. Al met al helpt het dat het familiebedrijf KWS met een geschiedenis van meer dan 160 jaar financieel onafhankelijk is en in perioden van tientallen jaren kan denken en handelen. Daarom kunnen landbouwers ook in de komende decennia goed aangepaste en resistente variëteiten verwachten.

Veredeling onder tijdsdruk

Toch is het een kwestie van tijd tot ook nieuwe resistenties worden overwonnen. Sommige resistenties, zoals het Rz1-resistentiegen tegen rhizomanie, heeft vele jaren stand gehouden en de verspreiding van virusstammen die de resistentie hebben overwonnen verloopt traag. Bij schimmels, die zich vaak zeer snel en sterk vermeerderen en meerdere generaties nakomeling per jaar produceren, kan het proces zeer snel verlopen en vaak is daar slechts een paar jaar voor nodig. De factor tijd speelt ook een belangrijke rol in de concurrentiestrijd met andere veredelingsbedrijven. Hoe sneller en efficiënter KWS nieuwe resistenties kan inkruisen, des te eerder kunnen landbouwers van nieuwe, innovatieve producten hun voordeel hebben.

Waar kunnen nieuwe resistentiebronnen worden gevonden?

Voor veel ziekten zijn er bekende resistentiebronnen. Daarnaast onderzoeken de veredelaars vaak ook wilde bieten uit genenbanken als ze nieuwe resistentiegenen zoeken. Een dergelijk proces duurt soms enkele jaren om een nieuwe resistentie genetisch te fixeren en de erfelijkheid te analyseren. Soms worden resistentiegenen in het klassieke basismateriaal gevonden, zoals de resistentie tegen de echte meeldauw, bietenroest en vele andere schadelijke schimmels.

Veredeling is echter altijd teamwork: De interactie van meerdere veredelingsprogramma's en de combinatie van verschillende resistenties bepalen uiteindelijk welke variëteiten op de markt komen. Hierdoor worden de experts van KWS gedwongen steeds te zoeken naar nieuwe proefvelden die sterk besmet zijn. De pacht van de onderzoeksvelden in de buurt van Pithiviers zal nog wel enkele malen moeten worden verlengd.

Terug naar de beginpagina World of Farming
Contact