Overzicht proef vanggewassen in meerdere herhalingen en drie stikstoftrappen
Proef
Direct na de oogst van de maïs in september 2019 is door onderzoeksinstituut ILVO in België en Wageningen University & Research Open Teelten in Nederland de proef met vanggewassen gestart.
Details
Daarnaast zijn de proeven aangelegd in drie verschillende stikstoftrappen (0, 50 en 100 kg stikstof per hectare), wat bemest is tussen 15 februari en 1 maart van dit jaar. Voorafgaand aan de zaai is een analyse genomen van de bouwvoor om de hoeveelheid reststikstof te meten. De stikstofmetingen zijn halverwege de winter en na de oogst van de vanggewassen nog eens herhaald.
Meting
Tijdens de teelt is op een aantal momenten de gewasstand beoordeeld. De Snelle Lente Rogge-objecten in de proef zijn in drie zaaizaadhoeveelheden per hectare beproefd (1.5, 2 en 2.25 miljoen zaden per hectare)
Oogst
De locaties zijn allen geoogst tussen half en eind april. Bij de oogst is de bovengrondse massa gewogen (vers en droge stof) alsmede van een aantal objecten de ondergrondse massa. Op deze manier was het mogelijk om van deze geselecteerde en meest belangrijke objecten aan de hand van de humificatiecoëfficiënt de totale hoeveelheid effectieve organische stof te bepalen. Tevens is van de beproefde vanggewassen op een locatie na de oogst de voederwaarde bepaald.
Conclusies en aanbevelingen
Het is beter om vroeg te zaaien
De vroegst gezaaide proeven waarbij onder goede omstandigheden is gezaaid, realiseerden de hoogste opbrengsten.
De beste zaaidichtheid is 2 miljoen zaden/ha.
Uit de proeven blijkt dat het op basis van de resultaten, raadzaam is om Snelle Lente Rogge op 2 miljoen zaden per hectare te zaaien in plaats van 1.5 miljoen zaden. Er blijkt weinig meerwaarde om 2.25 miljoen zaden per hectare te zaaien.
Resultaten van de concurrenten
Italiaans en Engels Raaigras lieten in nazaai te weinig ontwikkeling zien wat, ten opzichte van onder andere de Snelle Lente Rogge objecten, geresulteerd heeft in weinig bovengrondse opbrengst, alsook minder opname van reststikstof in de herfst, winter en voorjaar.
Vergelijking met gewone winterrogge
Ook ten opzichte van de gangbare winterrogge, een veel gebruikt vanggewas voor zaai na de teelt van maïs, lieten de Snelle Lente Rogge-varianten een meeropbrengst zien.
Resultaten in cijfers
Gemiddeld over de 4 locaties in België en Nederland realiseerden de behandelingen die met 100 kg N/ha zijn bemest, een drogestofopbrengst per hectare van respectievelijk 5.086 kg voor Snelle Lente Rogge (2 miljoen zaden/ha), 5.100 kg voor Snelle Lente Rogge (2 miljoen zaden/ha) met 20 kg Adrina Italiaans Raaigras (het zogenaamde EAG-mengsel), 4.205 kg voor de klassieke winterrogge en 3.207 kg voor Italiaans Raaigras.
Voederwaarde
Van de proeflocatie waar de objecten ook beoordeeld zijn op voederwaarde is uit de analyse vast komen te staan dat van alle Snelle Lente Rogge varianten de VEM-waarde rond de 960 lag en het ruw eiwit percentage rond de 16%. Het gaat hier om de objecten die bemest zijn met 100 kg stikstof per hectare. De voederwaarde en ook de opbrengst was mogelijk nog hoger geweest als de droogte geen rol van betekenis had gespeeld.