“Alles draait bij ons om het koesaldo”

Succesvolle horeca

Deze instelling heeft het bedrijf, dat naast Joris uit vader Bert en moeder Ine bestaat, de afgelopen jaren hard nodig gehad. In 2016 kwamen de koeien in een nieuwe stal met plek voor 300 stuks, nadat ze vijf jaar bezig waren geweest met de aanvraag van de vergunning. De fosfaatregeling dwong ze echter om te krimpen naar 140 koeien. Met dank aan hun tweede horeca-tak zijn ze de afgelopen jaren weer gegroeid naar 240 koeien en komend jaar zal de oude stal ingericht worden voor 60 vaarzen en een melkrobot. Zo komen ze dan - na zes jaar - eindelijk op de beoogde 300 melkkoeien. Terwijl het melkveebedrijf de stijgende lijn te pakken kreeg, kwam corona twee jaar geleden en die zette een forse streep door de neventak. “Normaal ontvangen we rond de 15.000 mensen per jaar,” vertelt Joris. “Ooit zijn we begonnen met boerengolf toen de melkprijs laag was.” De verkoop van kaas kwam daar logischerwijs achteraan. “Want mensen die hier komen, willen dan ook wat mee naar huis nemen van ons bedrijf.” Joris geeft aan dat zo'n 10% van de melkproductie inmiddels in de kaaston gaat. De ruimte om mensen te ontvangen werd door de toegenomen activiteit te krap en zo is er inmiddels een partycentrum op het erf ontstaan. En is er een volledige horeca-vergunning, wat resulteert in veel enthousiasme voor bruiloften en partijen. “We zetten een extra stretchtent buiten op met zicht op de koeien.” Van het één kwam het ander bij dit ondernemende gezin en zo runnen ze inmiddels ook een horeca-gelegenheid in het dorp. De zus van Joris houdt zich met de horeca-tak bezig, Joris stort zich op de koeien. “De bedoeling is dat de beide bedrijven los van elkaar rendement opleveren. Nu de coronamaatregelen van de baan zijn, komt dat moment rap in beeld.”

MKS blijvertje

Het rantsoen aan het voerhek is goed voor 30 liter melk. Aanvulling van krachtvoer gaat in de krachtvoercomputer, waarbij de nieuwmelkte koeien nog een extra lactatiebrok krijgen. “Ze lopen allemaal in één groep. Dat maakt het voeren gemakkelijk, maar je kunt in het basisrantsoen beperkt sturen.” Gras is met 70% de basis, het aandeel maïs ligt op 30%. Bestendige soja, Duitse bietenpulp, water en mineralen komen er nog bij. “Wat gras betreft, zijn we zelfvoorzienend. Als we aankopen, is maïs het makkelijkst omdat de kwaliteit stabieler is,” aldus Joris, die dit jaar dankzij de aankoopmaïs 1,5 kilo MKS per koe in het rantsoen heeft opgenomen. “Daar zit 641 gram zetmeel in, daar melk je wel van. De MKS ligt in een lange, lage sleufsilo met een heel dik pak zand. We hebben een kuilschuif op de shovel, dus een dik pak zand is geen enkel probleem.” De koeien produceren zo'n 32,5 liter melk per koe per dag. “Ondanks dat onze eerste en tweede snede graskuil met 940 VEM en 17% ruw eiwit niet meevielen. Bij zo'n jaar als dit merk je weer dat slecht voer financiële consequenties heeft voor je bedrijf.”

Positief voor het voersaldo is ook zoveel mogelijk vers gras voeren, merkt hij op. “Bij ons krijgen de koeien weidegang,” zegt hij alweer rekenend. “Dat is op ons bedrijf toch 14.000 euro. Maar onze huiskavel is niet heel groot,” noemt hij meteen als uitdaging. “We voeren de koeien vanaf de derde snede ook op stal vers gras bij. Dat is echt de allergoedkoopste manier om te melken.”

In Farmdesk zal hij dit jaar nog wel proberen het rantsoen verder te verbeteren. “Ik wil eigenlijk wel wat meer losse grondstoffen gaan voeren. Dat maakt het rantsoen nog goedkoper, denk ik.” Het bouwplan zal niet veranderen. “Ik hou het ook graag simpel. Gras zorgt voor het eiwit, maïs voor de energie om dat eiwit op de beste manier te benutten. Dat is en blijft de beste combinatie.”